Een nieuwe veldslag in de oorlog om stikstofrechten gaat over de Nederlandse frietaardappel. Verschillende nieuwsbronnen, zoals de NOS en het AD melden dat de stikstofregels nadelig kunnen uitpakken voor de boeren die frietaardappels telen.Waar komt het op neer? Ongeveer de helft van de frietaardappelen die in Nederland geteeld worden, groeien in zand- of lössgrond. De stikstof die in de gebruikte mest zit, wordt door die grondsoorten minder goed vastgehouden. Daardoor komt er meer stikstof in het grondwater. Om dat te voorkomen kan er na de oogst een 'vanggewas' gezaaid worden, waardoor overgebleven stikstof wordt opgenome en dus (minder) in het grondwater komt.
Dat klinkt logisch. Wat is het probleem? Er zijn twee aardappelseizoenen; vroeg (juni - augustus) en laat (september - oktober). De laatste jaren loopt het seizoen soms langer door, afhankelijk van het weer. Van de overheid moet op zand- of lössgrond per 1 oktober een vanggewas gepland worden, waardoor de aardappelen eerder geoogst zullen moeten worden.
Gevolg: eerder oogsten met een kleine opbrengst (en mogelijk kleinere aardappels), of het jaar erop mag je minder stikstof uitstoten. Overigens kan het vanggewas ook geld opleveren (en wordt er na een oogst aardappelen drie jaar daarna iets anders verbouwt), maar waarschijnlijk weegt dat niet op
Aan de positieve kant staat weer dat de vraag naar frietaardappels stijgt en daarmee ook de prijs en de opbrengsten. Helaas zullen de
meeste aardappelboeren, eigenaren van friettenten en liefhebbers van een frietje daar waarschijnlijk geen voordeel van hebben. Kort samengevat: wordt de friet hierdoor kleiner? Waarschijnlijk niet merkbaar. Wordt de friet hierdoor duurder? De kans daarop is helaas groot.
Afbeelding van safaritravelplus, via Wikimedia Commons.